Een acute alvleesklieronsteking, wordt ook wel een acute pancreatitis genoemd, en is een kortdurende of tijdelijke ontsteking van de alvleesklier (pancreas). Meestal komt de ontsteking binnen enkele weken weer tot rust. Er wordt onderscheid gemaakt in acute oedemateuze- en necrotiserende pancreatitis.

Oedemateuze pancreatititis

Een acute pancreatitis verloopt meestal (in 80% van de patiënten) mild, wat een acute oedemateuze pancreatitis wordt genoemd, en vaak geneest binnen 5-10 dagen.

Necrotiserende pancreatitis

Bij ongeveer 20% van de patiënten ontwikkelt zich een ernstige pancreatitis waarbij er alvleesklierweefsel en/of alvleesklier omringend weefsel afsterft (necrose). Het ziektebeloop van necrotiserende pancreatitis kenmerkt zich door een langere ziekenhuisopname en ook een langer herstel. Bij complicaties is soms een behandeling op een intensive care afdeling noodzakelijk.

Wat zijn mogelijke oorzaken van acute pancreatitis?

  • Verstopping van de afvoergang van de alvleesklier door galstenen (40%)
  • Overmatig alcoholgebruik (30%)
  • Onbekende oorzaak (20%), dit wordt idiopathische alvleesklierontsteking genoemd
  • Bij de overige 10% kan de ontsteking een gevolg zijn van een complicatie van een ERC of endo-echografie onderzoek, het gebruik van bepaalde medicijnen, een familiaire aanleg, een operatie, een ongeval waarbij de alvleesklier beschadigd raakt, een doorbloedingsstoornis, een stofwisselingsziekte, een virusinfectie, of een tumor in (de buurt van) de alvleesklier

Wat zijn de klachten en symptomen van acute pancreatitis?

De meest kenmerkende klacht is acute en hevige buikpijn. De pijn kan uitstralen naar de rug, linkerzij en schouder. Bijkomende klachten zijn misselijkheid, braken, koorts en een versnelde ademhaling.

Als gevolg van de acute pancreatitis komen de darmen soms stil te liggen, we spreken dan van een ileus (darmafsluiting). De ontsteking (de alvleesklier en het weefsel in de buurt zwelt op door een ophoping van vocht en ontstekingscellen) kan de darmen dichtdrukken en afsluiten, maar ook het zenuwweefsel dat de darmen ‘aanstuurt’ kan tijdelijk minder goed functioneren, waardoor de darmbewegingen stil komen te liggen. Hierbij stagneert het transport van voedsel en ontlasting in de darm. Dit veroorzaakt ernstige klachten zoals een opgezette en erg pijnlijke buik, hoge koorts en braken.

Geelzucht kan optreden als de ontsteking het gevolg is van galstenen. Door galstenen kan de afvoergang van de galblaas geblokkeerd worden. Het gal kan dan niet meer vrij naar de darm doorstromen. Door de ophoping van gal ontstaat er dan geelzucht. Geelzucht kan ook optreden doordat het ontstoken weefsel de galwegen dichtdrukt (door zwelling). Geelzucht houdt in dat de huid en het oogwit geel verkleuren.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

  • Het belangrijkste is voor het stellen van de diagnose acute pancreatitis is het bloedonderzoek. Door de ontsteking van de alvleesklier is onder andere het gehalte van de spijsverteringsenzymen amylase en lipase in het bloed verhoogd. De internationale definitie voor acute pancreatitis is 2 van 3 volgende criteria: buikpijn, een meer dan drie keer verhoogd amylase en/of lipase in het bloed, of kenmerkende afwijkingen passend bij acute pancreatitis op beeldvorming.
  • Een echo van de buik kan de acute pancreatitis in beeld te brengen en aantonen of galstenen de oorzaak zijn van de ontsteking.
  • Een CT-scan kan worden gemaakt, om vast te stellen of het om de oedemateuze- of necrotiserende pancreatitis gaat. Meestal wordt dit enkele dagen na opname gedaan.
  • Een röntgenfoto is soms nodig om een obstructie in de darm (ileus of darmafsluiting) aan te tonen.

De behandeling

Tijdens de eerste dagen van de opname wordt er gestart met ruime vochttoediening via een infuus. Patiënten mogen gewoon eten als zij daar zin in hebben. Is er na een paar dagen geen verbetering, dan is sondevoeding nodig. Dit is vloeibare voeding die door een slangetje (voedingssonde) rechtstreeks via de neus, slokdarm en maag in de dunne darm komt. Zodra het mogelijk is, wordt weer overgeschakeld op normale voeding. De meeste patiënten zijn na een periode van 1 à 2 weken weer volledig hersteld.

Voor het bestrijden van de hevige pijn worden pijnstillers voorgeschreven. Daarna is de behandeling vooral gericht op het voorkomen van complicaties en het behandelen van de oorzaak zoals het verwijderen van een galsteen en de galblaas (met een cholecystectomie). Bij complicaties is soms een behandeling op een intensive care afdeling noodzakelijk. Op deze afdeling worden allerlei verschillende lichaamsfuncties zoals bloeddruk, bloedgassen, hartslag etc. zorgvuldig in de gaten gehouden.

Acute pancreatitis veroorzaakt door galstenen

Als acute pancreatitis is ontstaan door galstenen (biliaire pancreatitis) kan er een galsteen vast blijven zitten in galwegen. Dit kan afwijkingen geven in het bloed en weer leiden tot nieuwe klachten. Wanneer dit het geval is zal er een speciaal onderzoek, een ERCP, worden verricht. Bij dit onderzoek kan de arts, met behulp van een flexibele buis (endoscoop) die via de mond en de maag naar de twaalfvingerige darm wordt geleidt, de galstenen uit de afvoergang verwijderen. Tijdens deze ERCP kan ook de afvoer vanuit de galwegen (en hiermee ook het passeren van galstenen) worden verbeterd d.m.v. een papillotomie. Hierbij wordt de uitmonding van de galgang in de dunne darm (de Papil van Vater) iets ingeknipt.

Necrotiserende pancreatitis

Als zich een bacterie nestelt in het afgestorven weefsel van de alvleesklier, dan spreekt men van geïnfecteerde necrotiserende pancreatitis. De patiënt wordt dan behandeld met antibiotica. Maar vaak moet ook het afgestorven weefsel uit de buikholte gehaald worden. Als eerste stap wordt een slangetje geplaatst, waarmee de necrose kan aflopen (drainage). Dit slangetje kan aan de buitenkant via de buik (‘percutaan’, door de radioloog) of van binnenuit via de maag (‘transgastrisch’ of endoscopisch, door de MDL-arts) worden geplaatst. Als een patiënt hiermee niet voldoende opknapt, wordt het geïnfecteerde en afgestorven weefsel in tweede instantie via een operatie verwijderd, een ‘necrosectomie’. Ook dit kan weer via de buitenkant (door de chirurg) of van binnenuit via de maag (door de MDL-arts).

Bij ongeveer 10% van de patiënten met acute pancreatitis is er geen verbetering en ontstaat er een chronische pancreatitis.