De gevolgen en behandeling van exocriene pancreasinsufficiëntie
De alvleesklier is een belangrijk orgaan met meerdere functies. Schade aan de alvleesklier is niet zonder gevolgen voor patiënten. Adequate behandeling is nodig om symptomen en functieverlies te bestrijden. In dit blog beschrijft Fleur de Rijk, onderzoeker bij de Pancreatitis Werkgroep Nederland, de exocriene pancreasinsufficiëntie. Dit blog is eerder als column verschenen in Pancreatief, een uitgave van de Alvleeskliervereniging.
Het voortdurende ontstekingsproces bij chronische alvleesklierontsteking zorgt ervoor dat het gezonde alvleesklierweefsel wordt beschadigd en vervangen door littekenweefsel. Hierdoor kan de alvleesklier zijn twee belangrijke functies niet meer uitvoeren. De alvleesklier maakt hormonen aan die het suikergehalte in het bloed op peil houden. Suiker is een belangrijke energiebron voor alle organen in het lichaam en moet daarom voldoende aanwezig zijn in het bloed. Daarnaast produceert de alvleesklier een aantal enzymen (lichaamseiwitten) die een rol spelen bij de vertering van eiwitten, vetten en koolhydraten. Dit wordt ook wel de exocriene functie genoemd. Deze verteringsenzymen worden samen met de alvleeskliersappen afgegeven aan de dunne darm. Hier knippen de enzymen de eiwitten, vetten en koolhydraten als het ware in kleine stukjes, waardoor deze voedingsstoffen makkelijker door de darmwand heen in het bloed kunnen worden opgenomen.
Opgeblazen gevoel
Als de alvleesklier niet goed werkt, zoals het geval is bij chronische alvleesklierontsteking, worden er onvoldoende enzymen aangemaakt. Dit wordt ook wel exocriene pancreasinsufficiëntie genoemd en treedt uiteindelijk op bij het merendeel van de patiënten. Voedingsstoffen worden dan niet opgenomen in de darmen. De darmen zitten vol met bacteriën die de niet opgenomen koolhydraten gaan gebruiken als energiebrandstof. Hierbij komt naast energie ook lucht vrij. Dit kan een opgeblazen gevoel geven. De vetten die niet goed worden opgenomen, verlaten het lichaam via de ontlasting of diarree. Soms wel meerdere keren per dag. Patiënten kunnen ook merken dat ze gewicht verliezen. Dit komt doordat er een tekort ontstaat aan belangrijke bouwstoffen. Er is sprake van exocriene pancreasinsufficiëntie als er een verhoogd totaal vetgehalte in de ontlasting wordt gemeten.
Alvleesklierenzymen
Een andere manier is het meten van de hoeveelheid elastase in de ontlasting. Elastase is één van de pancreasenzymen die terug te vinden is in de ontlasting. Bij exocriene pancreasinsufficiëntie is de hoeveelheid elastase verlaagd. Symptomen kunnen worden voorkomen door alvleesklierenzymen in te nemen bij maaltijden en tussendoortjes. Uit onderzoek is gebleken dat een groot deel van de patiënten met exocriene pancreasinsufficiëntie te weinig enzymen inneemt, waardoor deze patiënten klachten blijven houden. De benodigde hoeveelheid is namelijk afhankelijk van de soort voeding (vetgehalte), de hoeveelheid voeding en de restfunctie van de alvleesklier. Per patiënt kan deze hoeveelheid dus verschillen. Het is belangrijk om samen met de behandelend arts tot de juiste hoeveelheid enzymen te komen om klachtenvrij door het leven te gaan en voedingsstoftekorten te voorkomen. Meer informatie kunt u lezen bij het blok enzymen
Fleur de Rijk werkt sinds 1 juni 2019 als onderzoeker bij de Pancreatitis Werkgroep Nederland. Deze werkgroep verricht wetenschappelijk onderzoek in ziekenhuizen in het hele land met als doel de behandeling van pancreatitis te verbeteren.